3. Milieubeheersing

In tegenstelling tot andere dimensies (bijv. persoonlijke groei) is het beheersen van onze omgeving moeilijker. Het woord "meesterschap" roept associaties op met ontwikkeling en opvoeding. De bekende ontwikkelingspsycholoog Piaget beschouwt cognitieve ontwikkeling vanuit een biologisch perspectief. In intellectuele groei en ontwikkeling zijn volgens zijn theorie twee belangrijke principes aan het werk: organiseren en aanpassen. Organiseren heeft de neiging om processen te integreren in samenhangende systemen. Het gaat bijvoorbeeld om het samenbrengen van twee aanvankelijk afzonderlijke acties, de eerste is kijken en de tweede is iets vangen in een systeem waarin je ze tegelijkertijd uitvoert. Aanpassen is de neiging van iemand om te interageren met zijn of haar omgeving en er meester over te worden. Dit gebeurt door te proberen iets nieuws in een bestaand systeem in te passen, het te assimileren en vervolgens een manier te vinden om het nieuwe in het bestaande in te passen.

"Meesterschap over de omgeving komt voort uit het vermogen van ieder van ons om effectief om te gaan met ons leven, onze uitdaging en onze wereld en deze vorm te geven."

Ondanks de historische kritiek op de theorie van Piaget, wordt het belang van assimilatie en aanpassing herhaaldelijk aangetoond in studies over hoe mensen omgaan met een veranderende omgeving. Het uitbreiden van ons "meesterschap" bepaalt ons welzijn in de omgeving waarin we leven, zowel sociaal als economisch. Het is niet verrassend dat iemands sociaaleconomische status bijdraagt aan een groter gevoel van meesterschap over zijn of haar omgeving wat resulteert in een hoger welzijn. Logischerwijs vergroot een hogere sociaaleconomische status iemands feitelijke controle over zijn omgeving omdat grotere financiële middelen effectief leiden tot meer controle over die omgeving. Denk bijvoorbeeld aan de vrije keuze van een woonplaats of de betaling van medische zorg. Een hogere beroepsstatus stelt je in staat om meer controle uit te oefenen op het werk. Een hoger opleidingsniveau kan bijdragen aan de ontwikkeling van betere cognitieve vaardigheden om met je omgeving om te gaan. Wat echter verbazingwekkend is, is dat onze evaluatie van hoe we er sociaaleconomisch voor staan niet alleen een kwestie van feiten is, maar ook van onze perceptie. Iemand met een objectief hoge status kan bijvoorbeeld toch het gevoel hebben dat hij een lage sociaaleconomische status heeft. In dit laatste geval komt iemands beheersing van de omgeving in het gedrang. Omgekeerd zien we ook dat mensen die het gevoel hebben dat ze hoog scoren op wat ze sociaaleconomisch willen bereiken, los van de objectieve werkelijkheid, ook het gevoel hebben dat ze meer meesterschap hebben over hun omgeving. Dit leidt ons tot de conclusie dat zelfacceptatie een belangrijke voorwaarde is voor welzijn. Hieruit volgt ook dat objectieve parameters, zoals een lage sociaaleconomische status, geen bepalende waarde hebben voor gevoelens van tevredenheid, trots of meesterschap.

Op basis van het bovenstaande is het daarom belangrijk dat we, ondanks de moeilijkheden bij het begrijpen, beheersing van het milieu opnemen in onze aanpak om ons persoonlijk en professioneel welzijn te vergroten. Dit kan versterkt worden door onszelf en anderen actief aan onze omgeving te laten werken met een open geest en persoonlijke verantwoordelijkheid. De stimulans om het bewustzijn te vergroten, vooral in het ontwikkelen van een flexibele visie die ons in staat stelt om deze omgeving te organiseren en aan te passen, is essentieel voor een beter welzijn. Denk bijvoorbeeld aan het opstellen van een studieplan samen met je kinderen of het uitwisselen van tips over timemanagement met je collega's. Hiervoor is de investering in persoonlijke groei, de volgende dimensie, essentieel.

4. Persoonlijke groei

"Persoonlijke groei is het streven van een individu om vooruitgang te boeken en zichzelf te ontwikkelen in verschillende, vaak uitdagende situaties, en geloven dat dit kan bijdragen aan een beter welzijn en (professionele) effectiviteit."

Het belang van het nastreven van persoonlijke groei, zoals hierboven gedefinieerd, is afgeleid van twee theorieën die vandaag de dag wijdverspreid zijn. De ene is de Hoop Theorie die werd gevormd door het werk van Snyder. Het uitgangspunt van deze benadering is dat menselijke acties doelgericht zijn, vandaar het belang van doelen die in het vorige artikel in deze serie zijn besproken. Na het stellen van een (levens)doel is het duidelijk essentieel dat mensen zichzelf ook competent achten om dit na te streven. Dit wordt "Trajectdenken" genoemd, het tonen van de paden die naar een specifieke bestemming leiden. "Agency thinking", geloven dat je de weg zult vinden, misschien via een ander pad, is ook cruciaal. Wanneer mensen geen vooruitgang boeken in het bereiken van doelen, ervaren ze negatieve emoties en een verminderd welzijn. Onderzoek wijst uit dat dit vaker wel dan niet het geval is, vooral in het aspect van verminderd welzijn dat leidt tot minder vooruitgang. Vooruitgang boeken en investeren in manieren om vooruitgang te boeken kan welzijn verhogen in plaats van er een gevolg van te zijn!

De self-efficacy theorie van Bandura voegt daar nog een essentieel element aan toe: vertrouwen. Het vertrouwen van mensen in hun vermogen om de gewenste resultaten te bereiken is de belangrijkste determinant voor hun inzet en volharding in het nastreven van deze resultaten. Vertrouwen speelt een belangrijke rol in hoe mensen omgaan met hun professionele en individuele uitdagingen. Onderzoek wijst uit dat een laag zelfvertrouwen een belangrijke oorzaak is van depressie. Mensen die aan een depressie lijden, geloven meestal dat ze minder goed dan anderen in staat zijn om met de verschillende uitdagingen van het leven om te gaan. Vermijdingsgedrag ten opzichte van uitdagende situaties is een direct gevolg van een gebrek aan vertrouwen in eigen kunnen.

Het is daarom heel belangrijk dat we, terwijl we streven naar meer welzijn, werken aan de ontwikkeling van onze competenties en ons zelfvertrouwen. Kinderen toestaan om te experimenteren of werknemers toestaan om fouten te maken zijn stappen in de goede richting. Dat dit inspanning vergt, samen met het zoeken naar nieuwe manieren om te zien en te ontdekken, staat buiten kijf. Daarom is de volgende dimensie, autonomie, even belangrijk. Meer hierover in het volgende artikel.

Bibliografie